nodig: Bakpapier en een ingevet vierkant bakblik [ 20 x 20 cm]
(voor 6-8 personen)
1 kleine winterwortel (ca. 200 g), 200 g boter, 150 g fijne kristalsuiker, 2
eieren, 200 g zelfrijzend bakmeel, 1 theel. kaneel, 125 g blanke rozijnen, 100
gr. verse roomkaas, 125 gr. poedersuiker , 1 zakje vanillesuiker
Oven voorverwarmen op 175 ℃. Bakpapier op bodem van bakvorm leggen. Wortel dun
schillen en dan raspen. 150 gr boter smelten. In kom gesmolten boter, geraspte
wortel, suiker, mespunt zout en eieren met mixer of garde mengen.
Bakmeel boven ei-wortelmengsel zeven en kaneel erdoor kloppen. Rozijnen erdoor
roeren en beslag in bakvorm gieten.
Wortelcake in midden van oven in ca. 45 min. goudbruin en gaar bakken. Gaarheid
testen door in cake te prikken met satéstokje (het stokje moet schoon uit de
cake komen). Cake uit oven nemen en minstens 1 uur laten afkoelen.
Rest van boter zacht laten worden (niet smelten). Roomkaas, poedersuiker en
vanillesuiker met mixer erdoor roeren, tot glad glazuur ontstaat. Cake uit
bakvorm nemen en op serveerschaal leggen. Glazuur met spatel over cake
uitstrijken, glazuur langs rand laten druipen. Cake nog 15 min. in koelkast
zetten, zodat het glazuur weer wat opstijft (het glazuur wordt niet hard).
Cake in 4 blokken snijden en deze diagonaal of recht halveren. Of serveer de
wortelcake als petit-fours. Maak dan wel anderhalf keer zoveel glazuur. Snijd de
cake voor het glazuren in 16 blokjes, bestrijk ze met glazuur en leg elk blokje
in een papieren cakevormpje.